Beschermd onroerend erfgoed

Wanneer jouw vergunningsaanvraag beschermd erfgoed betreft, zal het agentschap Onroerend Erfgoed een advies verlenen. Tijdens je ontwerpfase neem je best contact op met de betreffende erfgoedconsulent van het agentschap, zodat je de plannen kan overleggen en bijsturen waar nodig.

Als IOED kunnen wij jou alvast op weg helpen: een eerste verkennend overleg over je plannen, contactname met de erfgoedconsulent, begeleiding van je verdere overleg of van de opmaak van je dossier. 

  Waardevol (vastgesteld) onroerend erfgoed

Wanneer jouw vergunningsaanvraag niet-beschermd, doch waardevol of vastgesteld onroerend erfgoed betreft, neemt het agentschap Onroerend Erfgoed geen adviserende rol op. Het is aan de vergunningverlener om de impact van de plannen op de erfgoedwaarden mee in overweging te nemen. Als IOED ondersteunen wij onze gemeenten hierin door adviezen te formuleren bij de vergunningsaanvragen.

De IOED geeft advies over behoud en beheer, herbestemming, renovatie, verkaveling, sloop, restauratie, omgevingsinrichting, kap, bodemingrepen… bij geïnventariseerd onroerend erfgoed.

Niet alle archeologisch, landschappelijk of bouwkundig erfgoed is geïnventariseerd. Onze lokale besturen roepen daarom vaak ook advies en ondersteuning van de IOED in bij waardevol niet-geïnventariseerd erfgoed op hun grondgebied.

Voorafgaand aan je vergunningsaanvraag contacteer je ons best voor een plaatsbezoek, vooroverleg en preadvies. 

 Een archeologienota nodig?

Bij omgevingsvergunningsaanvragen ben je in sommige gevallen verplicht om een archeologienota bij te voegen. Op de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed wordt uitgelegd wanneer dit nodig is. Twijfel je, dan kan je ons contacteren en helpen we je graag verder.

Wanneer blijkt dat je een archeologienota moet laten opmaken, stel je een erkend archeoloog (of archeologisch studiebureau) aan. Het Agentschap Onroerend Erfgoed houdt een overzicht bij van alle erkende archeologen.

De aangestelde archeoloog voert een bureauonderzoek uit. Tenzij de terrein- of eigendomssituatie het nog niet mogelijk maakt, zal de archeoloog meestal een vooronderzoek in de bodem doen. Op basis van dit onderzoek zal hij/zij de archeologienota opmaken en hierin motiveren of er bijkomend onderzoek of opgravingen nodig zijn. Dit wordt dan omschreven in het 'programma van maatregelen', onderdeel van de archeologienota. Het agentschap Onroerend Erfgoed kijkt die archeologienota na en neemt, bij akkoord, akte hiervan.

Als in het 'programma van maatregelen' bepaald werd dat er verder onderzoek of opgravingen nodig zijn, dan vormen die bepalingen een bindende voorwaarde wanneer je vergunning verleend wordt. Je stelt dan opnieuw een archeoloog (of archeologisch studiebureau) aan voor de uitvoering van die maatregelen, alvorens je de eigenlijke bouwwerken start.

De IOED neemt als lokaal kenniscentrum een rol op in de ondersteuning van archeologen wanneer ze in ons werkingsgebied aan de slag gaan.